Ik ben een echt wintersportmens, dat mag u weten. Dat betekend voor mij ook dat als ik met mijn schoenen in de sneeuw sta er niemand veilig is en ik regelmatig een sneeuwbal naar iemand gooi. Het weer van de laatste tijd, en dan vooral de periodes met sneeuw, hebben mij dan ook doen denken aan alle sneeuwballengevechten waar ik aan heb meegedaan. Soms niet altijd even professioneel, maar wel leuk.
Zo
gebeurde het een paar jaar geleden dat ik samen met Marcel door Spijkenisse
surveilleerde. Het had de afgelopen nacht behoorlijk gesneeuwd, zoals het al
meer dan een week had gedaan. Heel Nederland lag al ruim een week onder een
witte deken. Dit weekeinde hadden wij ochtenddienst, dit betekende dat wij op
deze zaterdagmorgen al om zeven uur klaar stonden om te gaan surveilleren. De
gevallen sneeuw was nog maagdelijk wit en bijna ongerept. Als een sneeuwpiste
waar je als eerste vanaf gaat. Hier en daar kon je zien dat er al iemand had gelopen,
maar wat wil je dan ook, niet iedereen kan in zijn warme bed blijven liggen, er
zijn ook mensen die gewoon moeten gaan werken op zaterdag, al is het maar de
bakker of een politieagent. Het enige geluid dat wij tot ongeveer negen uur
hoorden, was het rustige geluid van onze motor en het kraken van de sneeuw
onder onze wielen. Tijdens mijn
skivakanties proberen wij vaak om als een van de eersten de piste af te gaan. Van
het kraken van de sneeuw onder je ski’s kan ik namelijk bijna net zo genieten
als van de eerste aardbeien met slagroom van het jaar.
Rond een
uur of één ’s middags reden in de wijk De Hoek in ons als zodanig herkenbare
politievoertuig, toen we plotseling een harde PLOF tegen onze auto hoorden. Soms
ben ook ik nog zo naïef dat ik denk dat een politieauto nog wel eens indruk
maakt, maar op dag als deze, met die mooie laag sneeuw, kun je verwachten dat
je een PLOF tegen de auto hoort. Er zal toch wel iemand zijn die een sneeuwbaal
naar de politie gooit. Nu ben ik echt de moeilijkste niet, maar als je
sneeuwballen naar mij gooit, ga ik wel naar je op zoek. Dus met een omtrekkende
beweging surveilleerden wij al zoekend naar de baldadige stoere vandaal, niet om deze boef op te pakken, maar
om deze aanval met een welgemikte sneeuwbal, met één of misschien wel met meerdere evengoed gerichte sneeuwballen te beantwoorden.
Na, met
een blik van een naar hun prooi zoekende stel leeuwen, door een paar straten te
zijn gereden, zagen wij een groepje kinderen van 10 – 12 jaar staan. Toen zij
ons zagen begonnen zij hard weg te lopen. Wij dachten dat dit wel de sneeuwballen
gooiende criminelen zouden zijn. Alsof wij de sneeuwwolk die zij door hun
vlucht veroorzaakten niet hadden gezien, reden wij rustig door. Wij zagen enkele
mensen in de tuin staan, aan hun reactie te zien waren dit ouders van deze kinderen of in ieder geval van één van
deze kinderen. Een straat verder zijn wij gestopt. We stapten uit de auto en
hebben onszelf bewapend met een aantal sneeuwballen. Als eerdergenoemde leeuwen
zijn wij pakweg 50 meter terug geslopen, waarna wij het laatste stuk, al bukkend
achter een aantal auto’s verstopt, hebben afgelegd. Toen wij de kinderen tot op
de juiste afstand waren genaderd zijn wij tevoorschijn gesprongen, waarna wij
vrij zicht hadden. Nu hadden ze geen tijd meer om weg te rennen en konden wij
onze sneeuwballen met enkele goed gerichte worpen hun doel laten raken. Alsof
we in een ballentent de hoofdprijs gewonnen zo blij waren we dat we “wraak” hadden kunnen nemen.
Toen de
jongelui van hun schrik waren bekomen, stonden wij nog te lachen. De ouders
schoten ook in de lach en we hoorden deze nog naar de kinderen roepen dat het
hun eigen schuld was. We zagen dat de kinderen, van hun schrik bekomen, direct
in de tegenaanval gingen. De eerste sneeuwballen die zij terug gooiden konden
we met gemak ontwijken. Hierna kwam het probleem. We hadden echter geen
rekening gehouden met het feit dat rennen in de sneeuw op onze van dienstwege
verstrekte schoenen, net zo makkelijk gaat als rennen op een grote ijsbaan zonder
schaatsen. De tegenstanders, die op hun gympen en moonboots beduidend meer grip
in de sneeuw hadden, legden de vijftig meter die wij naar ons veilige voertuig
af moesten leggen, aanzienlijk sneller af dan wij. Op het moment dat wij de
auto in sprongen vloog een regen van
sneeuwballen onze kant op. Terwijl wij de deur dicht trokken vloog deze
sneeuwballenregen in onze auto. We werden allebei nog vol in onze nek geraakt.
Een paar
straten verder hebben we de sneeuw uit onze auto gehaald en zijn naar het
bureau gereden voor een bakkie koffie, we vonden dat we hierdoor nog een beetje
onze eer hoog konden houden, maar het voelde wel alsof we hadden verloren.
Later op de dag zijn we nog even terug
gereden om vrede te
sluiten;-)
We hebben er nog wel veel om gelachen,
dat is een ding wat zeker is.
Leuk verhaal.
BeantwoordenVerwijderen