zaterdag 16 februari 2013

Het verloren sneeuwballengevecht


Ik ben een echt wintersportmens, dat mag u weten. Dat betekend voor mij ook dat als ik met mijn schoenen in de sneeuw sta er niemand veilig is en ik regelmatig een sneeuwbal naar iemand gooi. Het weer van de laatste tijd, en dan vooral de periodes met sneeuw, hebben mij dan ook doen denken aan alle sneeuwballengevechten waar ik aan heb meegedaan. Soms niet altijd even professioneel, maar wel leuk.

Zo gebeurde het een paar jaar geleden dat ik samen met Marcel door Spijkenisse surveilleerde. Het had de afgelopen nacht behoorlijk gesneeuwd, zoals het al meer dan een week had gedaan. Heel Nederland lag al ruim een week onder een witte deken. Dit weekeinde hadden wij ochtenddienst, dit betekende dat wij op deze zaterdagmorgen al om zeven uur klaar stonden om te gaan surveilleren. De gevallen sneeuw was nog maagdelijk wit en bijna ongerept. Als een sneeuwpiste waar je als eerste vanaf gaat. Hier en daar kon je zien dat er al iemand had gelopen, maar wat wil je dan ook, niet iedereen kan in zijn warme bed blijven liggen, er zijn ook mensen die gewoon moeten gaan werken op zaterdag, al is het maar de bakker of een politieagent. Het enige geluid dat wij tot ongeveer negen uur hoorden, was het rustige geluid van onze motor en het kraken van de sneeuw onder onze wielen.  Tijdens mijn skivakanties proberen wij vaak om als een van de eersten de piste af te gaan. Van het kraken van de sneeuw onder je ski’s kan ik namelijk bijna net zo genieten als van de eerste aardbeien met slagroom van het jaar.

Rond een uur of één ’s middags reden in de wijk De Hoek in ons als zodanig herkenbare politievoertuig, toen we plotseling een harde PLOF tegen onze auto hoorden. Soms ben ook ik nog zo naïef dat ik denk dat een politieauto nog wel eens indruk maakt, maar op dag als deze, met die mooie laag sneeuw, kun je verwachten dat je een PLOF tegen de auto hoort. Er zal toch wel iemand zijn die een sneeuwbaal naar de politie gooit. Nu ben ik echt de moeilijkste niet, maar als je sneeuwballen naar mij gooit, ga ik wel naar je op zoek. Dus met een omtrekkende beweging surveilleerden wij al zoekend naar de baldadige stoere  vandaal, niet om deze boef op te pakken, maar om deze aanval met een welgemikte sneeuwbal, met één of misschien wel met meerdere evengoed gerichte sneeuwballen te beantwoorden.

Na, met een blik van een naar hun prooi zoekende stel leeuwen, door een paar straten te zijn gereden, zagen wij een groepje kinderen van 10 – 12 jaar staan. Toen zij ons zagen begonnen zij hard weg te lopen. Wij dachten dat dit wel de sneeuwballen gooiende criminelen zouden zijn. Alsof wij de sneeuwwolk die zij door hun vlucht veroorzaakten niet hadden gezien, reden wij rustig door. Wij zagen enkele mensen in de tuin staan, aan hun reactie te zien waren dit ouders  van deze kinderen of in ieder geval van één van deze kinderen. Een straat verder zijn wij gestopt. We stapten uit de auto en hebben onszelf bewapend met een aantal sneeuwballen. Als eerdergenoemde leeuwen zijn wij pakweg 50 meter terug geslopen, waarna wij het laatste stuk, al bukkend achter een aantal auto’s verstopt, hebben afgelegd. Toen wij de kinderen tot op de juiste afstand waren genaderd zijn wij tevoorschijn gesprongen, waarna wij vrij zicht hadden. Nu hadden ze geen tijd meer om weg te rennen en konden wij onze sneeuwballen met enkele goed gerichte worpen hun doel laten raken. Alsof we in een ballentent de hoofdprijs gewonnen zo blij waren we dat we “wraak”  hadden kunnen nemen.

Toen de jongelui van hun schrik waren bekomen, stonden wij nog te lachen. De ouders schoten ook in de lach en we hoorden deze nog naar de kinderen roepen dat het hun eigen schuld was. We zagen dat de kinderen, van hun schrik bekomen, direct in de tegenaanval gingen. De eerste sneeuwballen die zij terug gooiden konden we met gemak ontwijken. Hierna kwam het probleem. We hadden echter geen rekening gehouden met het feit dat rennen in de sneeuw op onze van dienstwege verstrekte schoenen, net zo makkelijk gaat als rennen op een grote ijsbaan zonder schaatsen. De tegenstanders, die op hun gympen en moonboots beduidend meer grip in de sneeuw hadden, legden de vijftig meter die wij naar ons veilige voertuig af moesten leggen, aanzienlijk sneller af dan wij. Op het moment dat wij de auto in sprongen vloog een regen  van sneeuwballen onze kant op. Terwijl wij de deur dicht trokken vloog deze sneeuwballenregen in onze auto. We werden allebei nog vol in onze nek geraakt.

Een paar straten verder hebben we de sneeuw uit onze auto gehaald en zijn naar het bureau gereden voor een bakkie koffie, we vonden dat we hierdoor nog een beetje onze eer hoog konden houden, maar het voelde wel alsof we hadden verloren. Later op de dag zijn we nog even terug  gereden om vrede te
sluiten;-)
We hebben er nog wel veel om gelachen, dat is een ding wat zeker is.

 

 

 

1 opmerking: