dinsdag 19 maart 2013

Achtervolgingen en hoe dat kan gaan.

In mijn carrière bij de politie heb ik wel een aantal achtervolgingen gehad. Mijn uitgangspunt tijdens iedere dienst is dat ik aan het einde van de dienst gewoon mijn dienstjas zelf weer in mijn eigen kast kan hangen en dat ik thuis mijn vrouw weer een kus kan geven. Dit uitgangspunt geef ik ook mijn studenten mee. U begrijpt dat dit altijd in mijn achterhoofd mee speelt als ik aan het werk ben. Door deze gedachte is één auto mij ooit ontkomen. De bestuurder van deze auto reed zo onbezonnen en gevaarlijk hard door het rode licht, dat ik gestopt ben met de achtervolging, maar enkele straten verder vloog hij uit de bocht en reed tegen een paal aan.

Als een achtervolging nog redelijk veilig kan worden gedaan, zal een politieagent deze niet snel afbreken. Het is ook afhankelijk van de collega die in het surveillancevoertuig die contact heeft met de meldkamer. Als deze collega zijn rust kan bewaren en in “alle rust” kan doorgeven waar de achtervolgde rijdt, kan iedereen zijn rust beter bewaren. Als deze collega niet rustig kan blijven, kan het ook voorkomen dat de mobilofonist van de politiemeldkamer de opdracht geeft om de achtervolging te stoppen. Dat doet zeer, vooral als dat na een paar straten gebeurd.

Ook dit is mij in Den Haag al eens overkomen. Niet omdat mijn collega zijn rust niet kon bewaren, maar omdat we de gemeentegrens met Rijswijk over gingen. In die tijd was dit toen nog het werkgebied van een ander korps. Er moest toen nog vooraf toestemming gevraagd worden of wij, van de gemeentepolitie Den Haag, mochten gaan werken in het gebied van de gemeentepolitie Rijswijk. Ik was echter toen wel zo eigenwijs dat ik ben doorgegaan met de achtervolging en dit weer heb gemeld toen wij opnieuw ons “eigen” werkgebied in reden. De bestuurder van deze auto reed zich toen klem in een doodlopende straat, waarna de achtervolging te voet verder ging en wij na twee straten de bestuurder en bijrijder alsnog konden aanhouden.

Een achtervolging die mij in Rotterdam te binnen schiet is er één die begon in Rhoon. Als wijkagent van Poortugaal had ik nachtdienst en surveilleerde uiteraard ook door het dorp Rhoon. Samen met mijn collega zag ik een auto rijden met een kapot achterlicht, waar vier jongens van Noord-Afrikaanse afkomst in zaten. Wij namen de beslissing om de bestuurder een stopteken te geven en even te wijzen op zijn kapotte achterlicht. Wij hadden niet de bedoeling om een bekeuring uit te schrijven. Wij merkten al snel hoe het echter anders kan lopen en je toch terug kan komen op een genomen beslissing.
Dat iemand niet direct stopt als wij een stopteken geven, vinden wij niet eens meer vreemd. Mensen vinden nogal eens dat zij zelf wel een plek kunnen uitzoeken waar zij gaan stil staan. Die veilige plek hebben wij echter al uitgekozen. Soms krijg je wel eens het gevoel dat iemand helemaal niet gaat stoppen. Dit was zo’n moment. Direct keken mijn collega en ik elkaar aan. “Dit wordt er één” was wat mijn collega direct zei. Zij had het nog niet gezegd of één van de jongens die achterin zaten keek om, waarna de snelheid van de auto omhoog ging. Hierna hebben wij het zwaailicht van het dienstvoertuig aan gedaan, zodat in deze nachtelijke uren wij goed zichtbaar zouden zijn voor het overige verkeer. Nadat we met snelheden ver boven de toegestane snelheden door het dorp Rhoon en het industriegebied “Distripark Eemhaven” waren gereden, belandden we in de deelgemeente Charlois. Ikzelf was daar niet zo bekend, maar hoefde slechts achter de auto voor mij aan te rijden.

Onderweg hoorden wij van de mobilofonist van de meldkamer dat de auto waar wij achteraan zaten, zojuist in Spijkenisse was gestolen. De eigenaar was al gebeld door collega’s van de meldkamer. Zij was aan het werk in een bar in Spijkenisse en was ervan overtuigd dat haar auto nog voor de deur stond. Nadat zij was gaan kijken kon zij laten weten dat haar auto inderdaad weg was. Onze achtervolging werd dus van een “gewone” achtervolging een achtervolging van vier autodieven in een gestolen auto. Nadat hij met grote snelheid over Plein 1953 was gereden, reed hij in de richting van het Zuiderpark. We zeiden nog tegen elkaar dat we hoopten dat hij niet dit park in zou rijden. De bruggetjes in dit park zijn met een auto wel “te nemen”, maar als je er te hard over heen rijdt, klap te steeds met de onderkant van de auto tegen de brug aan. We hadden het nog niet gezegd of hij reed met onverminderde snelheid een voetpad van het park op. Nadat hij inderdaad over een paar bruggen was “geklapt”, schoot hij over een brug heen waar zojuist aan de andere kant een politiebus het voetpad op was gereden. Hij wilde nog om deze bus heen rijden, maar om deze bus heen te rijden moest hij door een stuk gras. Hierdoor raakte de bestuurder van de gestolen auto in een slip en klapte op de politiebus. Doordat het één en ander net achter een bruggetje gebeurde, was ik te laat met remmen en klapte vervolgens weer achter op de gestolen auto, waar zojuist de bestuurder uit was gesprongen. Hij kwam, net als een collega die naar de deur van de bestuurder was gelopen, net niet klem te zitten tussen de gestolen auto en ons voertuig. De bijrijder was ook snel uit de gestolen auto gesprongen en liep, net als de bestuurder, hard weg de duisternis in. De twee personen die achter in de auto zaten, konden door ons ter plaatse worden aangehouden. De bestuurder en de bijrijder werden enkele starten verderop door collega’s aangehouden.

De gestolen auto werd door de verzekeringsmaatschappij, helaas voor de eigenaar, total loss verklaard. Drie politieauto’s moesten na deze achtervolging naar de garage worden gesleept.

We hadden de autodieven te pakken. Ook hebben nog een aantal bekeuringen uitgeschreven voor de bestuurder.

We zijn gelukkig wel allemaal aan het einde van de dienst gewoon naar huis gegaan en zijn lekker ons warme bedje ingestapt. Heel vervelend voor de eigenaar van de auto, maar voor ons een leuke dienst met een goede afloop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten