In mijn werk als praktijkbegeleider van studenten van de politieacademie, maak ik samen met deze studenten veel leuke en minder leuke dingen mee. Hiernaast ben ik als brigadier werkzaam in het wijkteam Hoogvliet/Pernis van de Eenheid Rotterdam. Als Twitcop @J_Waasdorp twitter ik hierover. Mijn belevenissen en ervaringen zet ik in verhalen in een blog en deze kunnen door iedereen worden gelezen. ©2012 Jan Waasdorp.
maandag 19 augustus 2013
Bonk, bonk, bonk, ik heb er last van
In mijn tijd als wijkagent heb ik veel vreemde dingen meegemaakt. Zo gebeurde het eens dat ik eens een melding binnen kreeg over geluidsoverlast. Dit is een melding waarbij ik zelf, of anders collega’s, de geluidsoverlast moet constateren. De buren van de meldster zouden wel erg veel aan het timmeren zijn en dat vond zij toch wel erg vreemd.
Mijn eerste telefoontje naar de meldster was dus een gesprek waarin ik vertelde dat de vrouw het beste kon bellen op het moment dat de geluidsoverlast plaats vond. De meldster begreep dit en zij zou direct bellen als zij weer last had van de herrie van de buren. Enkele dagen later stond er in mijn mail weer een bericht met de vraag of ik contact op wilde nemen met de meldster. Zo gezegd zo gedaan. De vrouw vertelde dat zij de avond ervoor om ongeveer elf uur had gebeld om aan te geven dat de geluidshinder op dat moment plaats vond. Toen zij ongeveer 30 minuten later door personeel van de meldkamer werd terug gebeld, met de vraag of de overlast nog steeds plaats vond, kon zij alleen maar aangeven dat de herrie voorbij was. Hierop is er geen politie meer bij haar langs geweest.
In het kader van het motto van een wijkagent, kennen en gekend worden, besloot ik samen met een collega bij de meldster langs te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Dezelfde middag stonden wij bij haar voor de deur. Er werd open gedaan door een nette dame van ongeveer 40 jaar. Nadat wij ons hadden voorgesteld, kregen wij binnen een kopje koffie met hete melk, waar zie je dat nog tegenwoordig, met een koekje. In het gesprek dat hierop volgde vertelde zij dat zij een alleenstaande moeder was met een dochter van 17 jaar. Zij woonde al vijf jaar in deze woning en sinds enkele weken was er een jong stel naast haar komen wonen. Dit jonge stel was volgens haar nog steeds aan het verbouwen, want zij hoorde regelmatig timmeren op de vreemdste momenten.
Omdat wij bij het opbouwen van een hennepkwekerij ook nogal eens een melding krijgen van bewoners die op de vreemdste momenten aan het timmeren zijn, besloten wij direct even aan te bellen bij de buren. Er werd niet open gedaan. Ik kon op dit moment niet anders dan de dame het zelfde advies te geven dat zij al eerder had gekregen en direct te bellen als zij weer geluidsoverlast van timmeren bij de buren had.
Twee dagen later, op een zaterdag, had ik ochtenddienst en besloot om de meldkamer in te lichten en te vragen of ik direct opgeroepen kon worden als er een melding van dit adres kwam. Omstreeks tien uur werd ik door de meldkamer opgeroepen met de mededeling dat er was gebeld en dat er weer overlast vanuit genoemd pand kwam. Direct heb ik de meldster gebeld en gevraagd of er inderdaad weer getimmerd werd bij de buren. Zij bevestigde dit, waarop ik samen met een collega ter plaatse ben gegaan. Op ons aanbellen bij de buren duurde het even voordat er werd open gedaan. De deur werd door een jongeman van ongeveer 25 jaar open gedaan. Hij stond in zijn ochtendjas en had een rood aangelopen en bezweet gezicht. Aan zijn gezicht te zien, zou je zeggen dat hij heel hard had gewerkt. Het was bezweet genoeg. Op het moment dat wij tegen de jongeman zeiden dat wij aan de deur kwamen naar aanleiding van een klacht over geluidsoverlast, kwam zijn vriendin de trap af lopen. Ook zij liep in haar ochtendjas. Gezien het tijdstip op een vrije zaterdag was dat helemaal niet vreemd. Toen zij echter de laatste woorden van ons gesprek opving, kreeg ook zij een hoofd zo rood als een tomaat. Wij werden even binnen gevraagd.
De jongelui die pas enkele weken samen woonden, deden dit meerdere malen in de week vieren door uitgebreid en wild de liefde te bedrijven. Zij deden dit overal in hun nieuwe huisje. Op de vraag waar het gebonk dan vandaan kwam vertelden zij dat het bed niet helemaal tegen de muur kon staan en dat dit, tijdens de momenten dat zij op deze plek hun lusten botvierden, tegen de muur aan bonkte. Samen met de jongelui hebben wij een telefoonboek achter het bed gedaan, waarna wij van de klaagster geen meldingen meer hebben gekregen.
dinsdag 6 augustus 2013
Een reactie op een artikel in de krant
Nu alle studenten vakantie hebben, heb ik ook eens tijd om aandacht te schenken aan berichten in de plaatselijke kranten en dan vooral die berichten die over de politie gaan. Als ik dan een kop zie staan: ‘Politie moet zich meer richten op aanpak moorden, overvallen en inbraken’, in de Rotterdam Dichtbij van 6 augustus 2013, wordt mijn aandacht direct getrokken. Een interessant artikel, laat ik dat eens gaan lezen, denk ik in mijn naïviteit. Nadat ik het hele artikel, dat slechts tien zinnen lang is, heb gelezen, neem ik even de tijd om het te laten bezinken. Soms is dat even nodig.
In het artikel stelt Arno Bonte, fractievoorzitter van Groen Links in de gemeenteraad van Rotterdam het volgende:
'We moeten kostbare politie-uren niet langer verspillen aan onzinnige zaken als het handhaven van het alcoholverbod in parken, het blafverbod voor honden of het slaapverbod op bankjes', aldus Bonte. ' Ook acties voor preventief fouilleren kunnen we missen als kiespijn. Die leveren zelden iets op, behalve een hoop ergernis voor onschuldige mensen die ermee worden geconfronteerd.'
Eigenlijk gaat het dus over prioriteiten stellen. Dat is iets wat iedere politieagent op straat zijn gehele dienst doet. Dan heb ik het uiteraard over het dagelijks politiewerk. Prioriteiten stellen in het beleid daar gaat de “gewone” politieman niet over. Hij is vooral belast met de uitvoering van de prioriteiten die door “de gemeente” en de korpsleiding worden gesteld.
Nu is er dus weer een gemeenteraadslid die, in deze komkommertijd voor de pers, iets roept dat helaas wordt opgepikt door een regiokrant.
Om de voorbeelden van dhr. Bonte maar eens bij de horens te pakken, wil ik in deze vakantieperiode daar wel eens op reageren.
Het alcoholverbod in parken, het blafverbod voor honden en het slaapverbod op bankjes, staan alle drie in de Algemene Plaatselijke Verordening. Deze Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 is door dezelfde gemeenteraad waar dhr. Bonte fractievoorzitter van Groen Links is op 11 oktober 2012 goedgekeurd en is 1 januari 2013 in werking getreden.
Met je kinderen in het park gaan spelen lijkt mij geen leuk idee op het moment dat een stel aangeschoten vervelia’s de mensen lastig vallen in het park. En op je balkon in het zonnetje zitten terwijl de hond van de buren constant aan het blaffen is en na twee uur besluit om te gaan janken, is ook niet echt bevorderlijk voor het voeren van een goed gesprek. De bankjes in hetzelfde park waar iemand met zijn kind wil gaan spelen zijn niet bedoeld om op te gaan slapen, nee die zijn bedoeld om op te zitten en op je kinderen te letten die in het park aan het spelen zijn. Met betrekking tot het preventief fouilleren, waarvan dhr. Bonte zegt dat ze gemist kunnen worden als kiespijn, vraag ik hem slechts: “Hoeveel moorden, overvallen of inbraken zijn er door het preventief fouilleren al voorkomen?”
Ik weet het niet, dat kan ook niemand antwoorden. En over de ergernis bij de onschuldige mensen, misschien kan dhr. Bonte beter aan deze onschuldige uitleggen waar het preventief fouilleren wel goed voor is en wat er allemaal mee wordt voorkomen.
Dat dhr. Bonte het niet altijd eens is met het handelen van de politie is bekend, maar hij is er toch wel voor de bewoners van Rotterdam. Als hij nu wil dat de politie de kleine criminaliteit laten vallen, laat hij dat wel op een heel erg vreemde manier gezien. De kleine criminaliteit is vaak dat waar de “gewone” mens zich het meest aan stoort en ook dat zijn de mensen waar wij als politie het werk voor doen. Laat het wel duidelijk zijn dat moordenaars, overvallers en inbrekers in Rotterdam ook niet veilig zijn. Wij, de politie, zitten ze op de hielen en zullen dat ook met grote verve blijven doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)