dinsdag 23 juli 2013

Hittegolf, hittegolf, pfffffffff

Omdat de temperatuur in het bureau overdag oploopt tot tegen de veertig graden, schrijf ik deze column om 7 uur ’s-morgens. De studenten lopen al te klagen. Ze zeggen dat de airco van het voertuig niet werkt. Ik heb ze even uitgelegd dat de ramen van de auto dicht moeten en dat de airco het dan wel doet. Eén van de studenten geeft ridderlijk toe dat hij geen verstand van auto’s heeft, die is benoemd tot oliecontroleur van het voertuig. Met deze hitte is er een hitteprotocol ingesteld. Aangeraden wordt luchtige kleding te dragen, genoeg te drinken en vooral zware inspanningen te vermijden. Zou dat laatste betekenen dat er extra plaspauzes ingepland moeten worden, is dat met de kleding die wij dragen niet echt nodig. Het T-shirt dat wij dragen onder ons steek- en kogelwerend veiligheidsvest, moet aan het einde van de dienst eerst worden uitgewrongen, zodat het zweet niet in je tas terecht komt. Het extra vocht dat wij drinken, wordt met de kleding die wij dragen direct weer uit gezweet. Onze collega’s van de verkeerspolitie, de motorrijders. Menigeen zou zeggen dat het met dit weer juist lekker is om op de motor te rijden. Zij vergeten echter dat onze motorrijders naast het steek- en kogelwerend veiligheidsvest ook nog lederen kleding dragen en een helm op hebben en dat allemaal voor de veiligheid. Ik heb daar medelijden mee. Het zijn namelijk echte motorrijders. In de winter als de temperatuur rond het vriespunt ligt, surveilleren zij ook op de motor met de lederen kleding. Het is niet te hopen dat de motorrijders die nu op de motor naar het strand gaan, in hun korte broekje met daarboven niets meer dan een T-shirt, een ongeval krijgen. Het hitteprotocol zorgt ervoor dat bij evenementen door de gemeente extra water uitgedeeld wordt en dat de mensen die op straat leven voorzien worden van genoeg vocht en eten. In de winter is er het koudeprotocol worden er voor deze mensen extra slaapplaatsen ingericht. Het asfalt wordt zo erg heet, rond de vijftig graden, dat het gaat uitzetten. In Amsterdam heeft men besloten om de bruggen te besproeien, anders gaan zij niet meer open en dicht, en kunnen de trams niet meer over de bruggen rijden. In de winter worden deze bruggen extra gestrooid, anders kan het verkeer er niet meer overheen. Bij Schiedam stopt een trein van de NS als gevolg van een storing. Door de warmte stopt ook de airco ermee. In de winter is het te koud is en als er sneeuw ligt stoppen de treinen er ook mee. Code geel in heel Nederland in verband met de warmte. Afgelopen winter regelmatig code rood of oranje omdat er te veel sneeuw zal gaan vallen of het te glad is. In de auto moet je een vest aan anders is het te koud door de airco. In de winter doe je een vest aan omdat het gewoon te koud is. Het is niet goed om met deze hitte teveel koud water te drinken, beter is het om lauw water of thee te drinken. Dat is beter voor je lichaam en je koelt sneller af. In de winter drinken we juist lauwe en warme chocomelk om wat op te warmen. Alle gekheid op een stokje, een hittegolf is leuk voor de mensen op het strand, maar er zijn veel hulpverleners die niet in een kort broekje lopen. De gewone politieman op straat, die zijn steek- en kogelwerend veiligheidsvest draagt voor zijn veiligheid. De ME-er die naast het steek- en kogelwerend veiligheidsvest ook nog de nieuwe ME-kleding draagt dat niet luchtdoorlatend is. De verkeerregelaars die met hun opvallende kleding aan, het verkeer voor u staan te regelen. De brandweerman die een brand staat te blussen in zijn brandwerende kleding. Ik kan nog wel even doorgaan met dit lijstje, maar dat zijn de mensen die voor u aan het werk zijn. Zij maken het op straat voor u veiliger.

woensdag 10 juli 2013

Met boeven vang je boeven

Pas las ik op de Facebook pagina van de Politieacademie, bij hun notities, het verhaal van Jan Martijn, over dat hij een bekende tegen komt die links af is gegaan daar waar hij rechtsaf is gegaan. Jan Martijn is bij de politie gaan werken en deze bekende is boef(je) geworden. Hierdoor dacht ik aan iets wat mij is overkomen toen ik net bij de politie werkte. Ik ben in mijn jeugd een boefje geweest en dat zal ik zeker niet ontkennen. Opgroeiend in de Schilderswijk van Den Haag kon dat ook bijna niet anders. In de Van Goghstraat, een straat van nog geen 200 meter, waren al twee “bendes”. De “bende” waar ik tot die tijd lid van was, bestond uit zes tot acht knulletjes van 14 tot 16 jaar. Dat was dus een bende. Eén van mijn neven was ook lid van onze “bende”. Zes jaar heb ik naast hem gezeten op de basisschool. Regelmatig hadden we ruzie, maar dat hebben vrienden ook wel eens. Toen ik zestien jaar oud was zijn mijn ouders verhuisd. Ik kon stampvoeten en gillen zoveel ik wilde, zelfs dreigen met weglopen, maar omdat ik echt niets had in te brengen, ben ik dus braaf mee gegaan. Mijn vrienden heb ik hierna niet veel meer gezien. In de periode voor Oud en Nieuw deden ook wij aan kerstbomenjacht. Vechten met stokken en kettingen om een naaldloze kerstboom te bemachtigen die een paar dagen later met zijn familieleden op een stapel kwam te liggen om in één mooie steekvlam het nieuwe jaar in te luiden. Tijdens de jaarwisseling hadden wij het aan de (wapen)stok met de politie. Het gevoel van een wapenstok op mijn rug is mij niet onbekend. Als ik later de van dienstwege verstrekte wapenstok ter hand nam om een schermutseling uit elkaar te drijven, wist ik dus wat ik iemand aandeed. Mijn tweede Oud en Nieuw bij de politie had ik nachtdienst in de Schilderswijk. Dit was de eerste keer dat ik de jaarwisseling van de “andere kant” mee maakte. Ik was verschrikkelijk onder de indruk en zal dat ook nooit meer vergeten. Na de Kerst vier diensten tot 04.00 uur en deze cyclus afsluiten met een nachtdienst. De dagen hierna heb ik spierpijn gehad van het vechten. Er werd van ons verwacht dat wij zouden voorkomen dat de kerstbomenjacht houdende groepen jongeren met elkaar op de vuist zouden gaan. Het gevolg was dat de politie de tegenpartij van iedereen was en de jongeren samen tegen de vijand gingen vechten. Een (ME)helm heeft voor mij menig steen opgevangen. Tijdens de jaarwisseling werden er veel dingen vernield, maar er werden ook oude rekeningen vereffend. De eerste dagen van het nieuwe jaar werden er veel aangiftes opgenomen door de recherche. Van veel feiten was de dader bekend. Aan meerdere collega’s kon ik merken dat er binnenkort iets spannends stond te gebeuren. Op 4 januari kwam ik om half zeven in de ochtend op mijn werk. Voor mij geen vreemde tijd, ik vind het prettig iets eerder op mijn werk te zijn, maar het viel mij deze ochtend op dat er ook al collega’s in de kleedkamer stonden die normaal pas tegen zevenen door de poort kwamen. Nadat wij ons hadden omgekleed werden wij in koppels ingedeeld en kregen wij per koppel een arrestatiebevel. De daders van de vernielingen en mishandelingen die tijdens de jaarwisseling waren gepleegd moesten thuis worden opgehaald. Ik zag dat het adres op mijn arrestatiebevel om de hoek was van de Van Goghstraat. Dat was niets bijzonders, het was namelijk de wijk waar ik werkte. Maar toen ik de naam van de verdachte zag schrok ik wel even. Het was namelijk mijn neef die moest worden opgehaald voor een zware mishandeling. Toen één van de ervaren collega’s mijn gezicht wat wit zag wegtrekken vroeg hij aan mij of er iets aan de hand was. Gelukkig konden we de arrestatiebevelen omruilen zodat wij een andere verdachte thuis konden gaan ophalen. Later bleek dat mijn neef nog getracht had om te vluchten door van twee hoog uit het raam te springen wat door collega’s werd voorkomen. Ons kent ons en wat is de wereld klein, dat zijn de woorden die door mijn hoofd gingen.