05:30 uur: De wekker loopt af;
Uit pure frustratie, want laten we eerlijk zijn, volgens mijn vader is dit een tijdstip voor inbrekers en vrouwen van lichte zeden, “normale” mensen horen nog te slapen (einde citaat), sla ik de wekker uit. Het is mij nog steeds niet gelukt om deze zo in te stellen dat ik wakker wordt van lieve fluitende vogeltjes. Volgens de gebruiksaanwijzing moet dat wel kunnen. Bij mij lijken het echter iedere ochtend alsof vijf zeemeeuwen in mijn slaapkamer aan het vechten zijn om de resten van een viskraam op marktdag. Ik stap mijn bed uit en stoot onderweg naar de badkamer mijn knie tegen de deur van de voorraadkast die, door de tocht in de loop van de nacht een stuk is open gegaan. Nadat ik heb gedoucht, eet ik mijn boterhammen met een bakkie koffie en ga naar de kelder. Ik pak mijn fiets en ga.
06:00 uur: Op de fiets naar het metrostation;
Onderweg naar het metrostation zie ik de zon al boven de huizen uit komen. De temperatuur gaat al omhoog. Ik neem een tempo op de fiets aan waardoor ik niet ga zweten. Ik wil niet op het bureau aan komen en weer moeten douchen. Doordat de zon zijn warmte al begint af te geven, ben ik al vergeten dat mijn knie nog zeer zou moeten doen van het stoten.
06:20 uur: De fiets in de stalling geplaatst en afgesloten;
Ik hoor de metro al aankomen, dus snel de roltrap op, om boven tot de conclusie te komen dat deze metro niet de metro is die ik moet hebben. “Mijn” metro komt over vier minuten. Ik ga nog lekker even met mijn gezicht in de ochtendzon staan, genieten.
06:28 uur: Met de metro richting werk;
Hoe komt het toch dat het net is alsof de persoon die naast mij zit onderweg is naar huis en niet net fris onder de douche vandaan komt, maar de hele nacht hard in de haven heeft gewerkt, en niet in de gelegenheid is geweest om een schoon shirt aan te trekken. Het is even wennen, maar hij stapt gelukkig na twee haltes al uit. De man die hierna naast mij komt zitten heeft wel aftershave op gedaan, gelukkig.
16.30 uur: Een dag hard werken en dan weer heerlijk naar huis. Het is lekker weer en het vooruitzicht om op me fiets te stappen en daarna heerlijk in de zon te genieten van een glaasje rosé, geeft me een goed gevoel. Ik prijs me een gelukkig mens.
Snel vanaf de werkplek naar de metro dus. Na een half uurtje staan in de volle en hete metro snel de fietsenstalling in. Ondanks alles wat ik heb meegemaakt vandaag is mijn humeur, mede dank zij het heerlijke weer, uitstekend. ………………………………………………………………. tot ik ontdek dat mijn fiets gestolen is.
Dat wordt na een vermoeiende werkdag ook nog lopen naar huis. Enkele lelijke of boze woorden schieten door me hoofd. Als ik degene te pakken krijg die mijn fiets heeft gejat, dan wordt de snelbinder weggewerkt op een plek waar de zon niet schijnt.
Terecht dat u boos bent. Iedereen heeft tenslotte met zijn vingers van andermans zaken af te blijven! Maar we weten ook allemaal dat er diverse figuren zijn die het met het eigendomsrecht niet zo nauw nemen. Ondanks dat maken we het deze types toch nog te vaak erg gemakkelijk. Een simpel beugelslotje waarmee de fiets was afgesloten is in enkele tellen verbroken, met als gevolg dat de fiets in "no time" van “eigenaar” is gewisseld. Deze diefstallen zijn ook ons een doorn in het oog.
Wij kunnen het echter niet alleen en doen een dringend beroep op de fietseigenaren. Sluit uw fiets af met een deugdelijk slot en zet deze het liefst met een kabel- of kettingslot vast aan een vast voorwerp (het fietsenrek of iets dergelijks), ook als het een oude fiets betreft. Hiermee wordt voorkomen dat de dief er met uw fiets op zijn schouder tussen uit knijpt en dat u uw reisje richting glaasje fris of rosé te voet moet afleggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten