Mijn kerstmoment.
Net twee maanden van de politieopleiding
werkte ik in de schilderswijk van Den Haag. Het was net na de kerst op een zeer
koude decembermiddag, er lag sneeuw in de straten en er werd zelfs als
gesproken over een Elfstedentocht, toen er een man het politiebureau binnenkwam
lopen. Hij stelde zich voor als de kapelaan van de gevangenis in Scheveningen.
Na de man een kop koffie te hebben ingeschonken, vroeg ik hem wat ik voor hem
kon doen.
Hij vertelde dat in de gevangenis
een gedetineerde zat die bij hem zijn zorgen had uitgesproken. De vriendin van de
gedetineerde was niet komen opdagen bij
het bezoekuur. Nu was zij wel vaker niet gekomen maar, dan had zij later op de
dag gebeld en verteld waarom zij niet was gekomen, dat had zij nu niet gedaan.
De vriendin van de gedetineerde was een verslaafde die harddrugs gebruikte. De
gedetineerde had bij hem aangegeven dat hij bang was zijn vriendin zichzelf
iets had aangedaan. Zij had tijdens een eerder bezoekuur namelijk al eens
aangegeven dat zij heel erg tegen de naderende kerstdagen opzag. De
gedetineerde vertelde ook dat zijn tweejarige dochter nog bij zijn vriendin
woonde. Zijn zorgen gingen uiteraard ook naar zijn dochtertje. De kapelaan was
zelf al bij de woning van vriendin aan de deur gegaan, maar er was op zijn
aanbellen niet open gedaan. Nu was hij naar het politiebureau gekomen om bij
ons hulp te vragen. Samen met een wijkagent ben ik met de kapelaan naar de
woning van de vriendin gegaan.
Ook op ons aanbellen werd niet
open gedaan. Na een aantal maal tegen de deur te hebben geschopt werd er nog
steeds niet open gedaan, waarop wij besloten om een ruitje van de deur open te breken
om onszelf op die manier toegang tot te woning te verschaffen. Binnen gekomen
zagen wij de woonkamer diverse attributen liggen die op het gebruik van
harddrugs wezen. De temperatuur in de gehele woning was rond het vriespunt. In
een tweede kamertje lag de gehele vloer vol met vuile kleding. In de keuken was
geen plekje meer te vinden waar een schoon bord zou kunnen staan. Op de vuile
vaat kropen zelfs al maden. In de slaapkamer wachtte ons de ergste verrassing.
In een ledikant, naast het open raam stond een klein kind van ongeveer twee
jaar. Het met urine doordrenkte matras lag vol met ontlasting. Dit was
duidelijk van meerdere dagen. Het kindje had kennelijk al zoveel gehuild in de
afgelopen dagen dat het niet meer kon huilen. Snel hebben we nog wat schone
kinderkleding en een luier gezocht, waarna we het kind hebben aangekleed en
snel mee hebben genomen naar het politiebureau.
In het politiebureau ben ik met het kindje op schoot bij een kachel gaan zitten en heb het een boterham met jam gegeven. Ik heb nog nooit een kind zulke grote happen van een boterham zien nemen. We hebben wat melk warm gemaakt en ook dit aan het kind gegeven. Na enkele telefoontjes had de wijkagent een kindertehuis gevonden waar wij het kind naar toe konden brengen.
Nadat we met het gehele aanwezige
team zijn gaan zoeken naar de moeder, werd zij een dag later aangetroffen in
een ons bekend gebruikerspand.
Enkele dagen later spraken wij
met de familie van de gedetineerde. Deze familieleden waren bij hun nichtje op bezoek geweest en
vertelden ons dat zij het meisje nog niet eerder zo vrolijk hadden gezien. Het
meisje was met andere kinderen aan het spelen en lachte tijdens het spelen. De
familie heeft de moeder van het meisje meegenomen naar het tehuis, waar zij
hebben besloten het meisje niet meer aan de moeder mee te geven en voorlopig in
het tehuis te laten.