woensdag 16 oktober 2013

Mijn eerste verhanging.

Er zijn wel eens van die dagen dat je opstaat en dat je aan je water voelt dat het een drukke dag gaat worden. Of dat komt doordat het regent of juist doordat de zon schijnt, ik weet het niet. Deze dag had ik dat gevoel echter ook. Bij de briefing zei mijn collega waar ik die dag mee de straat op zou gaan dat hij hetzelfde gevoel had. Dan moest het wel kloppen, we zouden een hectische dag tegemoet gaan, althans dat dachten we. De zon scheen en het was een behaaglijke 20 graden. Het was in de tijd dat een mobiele telefoon nog niet bestond, zelfs een autotelefoon was een rariteit, die was aangesloten op de accu van de auto, dus niet echt “mobiel”. Toen we terug naar het bureau gingen om te lunchen, hadden we die dag nog niet veel meldingen gehad, en al helemaal geen hectische heftige meldingen. Nadat we ons boterhammetje en kopje koffie binnen hadden, stapten we weer in de auto om de laatste uren van de dienst af te maken. Onze dienst duurde tot 15.00 uur, we hadden dus nog ruim twee uur te gaan. Even na twee uur werden we opgeroepen door de meldkamer die ons naar een straat stuurde waar een vrouw voor de deur stond die door haar man mishandeld zou zijn. Hij zou haar zelfs willen vermoorden. Dit was de melding die wij al voelden aankomen toen we die dag waren opgestaan. Toen we met enige spoed naar het opgegeven adres reden, zagen we inderdaad een vrouw voor de deur staan die stond te schreeuwen. Het was een vrouw van buitenlandse nationaliteit die slecht Nederlands sprak. We hoorden haar nog wel hard in gebroken Engels roepen:”Me husband kill. Kill me husband.” Uit die woorden maakten we op dat de melding van de meldkamer dus wel klopte. We zagen dat het ruitje van de voordeur kapot was. Er staken nog een paar scherven in het kozijn dus wij namen aan dat de deur met een klap was dicht gegooid waardoor het ruitje kapot was gegaan. Nadat wij de vrouw iets rustiger hadden gekregen, wilden wij de woning in gaan om de man aan te spreken. Met de sleutel die we van de vrouw hadden gekregen ging de deur niet open omdat er in het slot aan de binnenkant van de deur een sleutel zat. Toen ik door het kapotte raampje keek, zag ik de onderbenen van een man op de trap. Ik kon de man niet helemaal zien. Omdat wij van de meldkamer hadden gehoord dat de man zijn vrouw dood wilde maken, de vrouw had geroepen “me husband kill”, en de ruit van de voordeur kapot was, gingen wij er van uit dat de man agressief zou zijn. Ik riep de man aan en zei dat hij naar beneden moest komen. Hij reageerde hier niet op. Ik riep een tweede en een derde keer. Iedere keer reageerde de man niet. Omdat wij toch naar binnen wilden, besloot ik de deur te openen door mijn arm door het kapotte raam te steken en met de sleutel aan de binnenkant het slot te openen. Omdat ik dacht dat de man vanaf de trap misschien wel tegen mijn arm zou kunnen schoppen, stak ik snel mijn arm door het raampje en kon de deur open maken. Nog één keer riep ik de man aan en zei dat ik naar binnen zou komen en dat hij rustig moest blijven. Ik zag de onderbenen van de man nog steeds op dezelfde plaats op de trap en besloot in zijn richting te lopen. Toen ik de man helemaal kon zien, zag ik tot mijn verschrikking dat de man een riem om zijn nek had gedaan, zichzelf had opgehangen aan een buis van de verwarming en op die manier van het leven had beroofd. De vrouw kon gelukkig bij een buurvrouw binnen op familie wachten. Het was niet de eerste dode die ik had gezien, maar wel mijn eerste verhanging. Ik was nog erg jong en wilde/durfde niet langs de man naar boven. De inmiddels ter plaatse gekomen broeders van de ambulance hadden dit al snel door. Toen zij eenmaal binnen waren om te kijken of er niemand meer boven in de woning was, werd ik door één van hun geroepen om te komen kijken. Er was iets wat ik echt moest zien. Nu kon ik niet anders dan naar boven gaan. De man was, in afwachting van de recherche nog niet weggehaald. Nadat ik alle moed bij elkaar had geraapt, ben ik de trap opgelopen. Strak langs de muur ben ik langs de man gekropen. Eenmaal boven vertelde de broeder van de ambulance dat ik dit een keer moest ervaren omdat ik in mijn loopbaan bij de politie wel vaker iets dergelijks mee zou maken. Hij heeft gelijk gekregen. Ik ben er nog steeds niet aan gewend, maar kan er nu wel mee omgaan en “gewoon” mijn werk doen.